Snel antwoord op jouw vraag
Bekijk de veelgestelde vragen over IRIS Christelijke Kindcentra.
- Toon alle veelgestelde vragen
- Veelgestelde vragen
Veelgestelde vragen
Hoe ziet de relatie met ouders eruit?
In IKC Marnix hechten we veel waarde aan een goede relatie met de ouders van onze kinderen. Naast de vaste contactmomenten staat de deur van leerkrachten en directie altijd open.
Kennismaken
Nadat een kind is aangemeld, vindt er een kennismakingsgesprek plaats met de leerkracht en het kind en de ouder(s). Het kind leert dan ook vast zijn juf kennen. Zo is het minder spannend om naar het IKC te gaan.
Goede start
Een goede start vinden we ieder schooljaar belangrijk, vanaf groep 2 zijn er daarom startgesprekken. Het kind komt met zijn oudersnaar het IKC om te praten met de leerkracht. Op deze manier willen we vanaf het begin werken aan contact, samenwerking, vertrouwen en verbondenheid tussen IKC en ouders. Het kind is bij het gesprek aanwezig om zo de eenheid te ervaren tussen de volwassenen die voor hem zorgen en hem helpen in zijn ontwikkeling. Mochten ouders en de leerkracht elkaar ook willen spreken zonder aanwezigheid van het kind, dan kan daarvoor een apart moment worden afgesproken.
Welbevinden staat centraal
De voortgangsgeprekken met ouders en leerkrachten gaan over het welbevinden en gedrag van het kind. Dat vinden we minstens zo belangrijk als de resultaten van een kind. Ouders kunnen die digitaal inzien. Bij ons staat voorop dat een kind groeit op zijn eigen niveau.
Digitaal kijkje in de groep
Via de PARRO-app krijgen ouders regelmatig een digitaal kijkje in de groep. Leerkrachten en directie delen foto’s van activiteiten in de groep en IKC. Ook worden er praktische zaken met ouders gedeeld. Vanuit de directie komt er een aantal keer per jaar een digitale informatiebrief om lopende en onderwijskundige zaken te delen.”
Samen zingen en bidden
Het schooljaar beginnen en eindigen we altijd met ouders en kinderen op het schoolplein. Samen zingen en bidden we. We hechten er veel waarde om het jaar zo samen te beginnen en samen af te sluiten.
Wat is De Overbrugging?
De Overbrugging
Een soepele overgang voor alle leerlingen van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs, is wat we voor ogen hebben binnen de Overbrugging. Leerkrachten van het Ichthus College in Kampen en stichting Iris werken samen, om kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op het voortgezet onderwijs. Een goede voorbereiding en afstemming zorgt voor herkenning. Het zal vertrouwen geven om snel te wennen en te werken in een nieuwe leeromgeving.
Binnen de Overbrugging zijn ambassadeurs op twee thema's werkzaam:
- Leren en oriënteren
Ambassadeurs van de Overbrugging bezoeken een aantal keren per jaar de bovenbouwgroepen van de basisscholen. In overleg met de leerkracht besteden ze aandacht aan de oriëntatie op het voortgezet onderwijs en op het leren leren. Een eigen overbruggingsagenda vormt de basis voor organisatie en planning. Daarnaast is een lessenserie leren leren ontwikkeld, die nu op de basisscholel wordt uitgerold. - Taal en leesonderwijs
De ambassadeurs ontwikkelen activiteiten voor het PO en VO die aansluiten bij landelijke taal- en leesevenementen. Daarnaast begeleiden en stimuleren ze vooral docenten in het VO om meer aan te sluiten bij de werkwijze op het PO m.b.t. lezen en leesplezier. De ambassadeurs werken nauw samen met de bibliotheek in Kampen.
Wat doen wij bij afwezigheid van een leerkracht?
Bij afwezigheid van een leerkracht is de directeur verantwoordelijk voor de vervanging. Hij/zij streeft ernaar om de vervanging door het eigen personeel te laten plaatsvinden, om zodoende de continuïteit van het onderwijs zoveel mogelijk te waarborgen. Als er geen eigen personeel beschikbaar is, wordt een beroep gedaan op de invalpool. Omdat meer scholen een beroep doen op de invalpool zal er zo nu en dan geïmproviseerd moeten worden.
Bij ziekte neemt de directeur de volgende maatregelen:
- wanneer er een duo-collega is, wordt deze gevraagd;
- als er stagiaires op school zijn, wordt aan hen gevraagd om een groep (onder verantwoordelijkheid van hun mentor) waar te nemen;
- als ook dat niet leidt tot een oplossing, worden collega’s gevraagd een extra dag te werken;
- lukt dat niet, worden invalkrachten gebeld;
- als het niet lukt op deze wijze vervanging te regelen, treedt de noodprocedure in werking.
Dit houdt in:
a. kinderen intern opvangen;
b. naar huis sturen
Ad a: ‘intern opvangen’:
- het intern opvangen van leerlingen gebeurt bijvoorbeeld door de intern begeleider of onderwijsassistent;
- als de aantallen het redelijkerwijs mogelijk maken worden, in laatste instantie, leerlingen over andere groepen verdeeld of worden groepen samengevoegd;
- intern opvangen gebeurt alleen de eerste dag. Diezelfde dag gaat er een brief mee naar huis of krijgt u een bericht via de ouderapp waarin gemeld wordt of- en op welke wijze er de volgende dag(en) les kan worden gegeven aan de betreffende leerlingen;
- als er vervanging in de bovenbouw nodig is, kan het gebeuren dat er intern met leerkrachten geschoven wordt. Dit omdat het dikwijls moeilijk is een ervaren vervanger voor de bovenbouw te vinden. We vallen dan terug op de ervaring van de eigen leerkrachten uit de onderbouw.
Dit gebeurt voor maximaal 1 week volgens een door de school opgesteld schema.
Ad b: ‘naar huis sturen’:
- als intern opvangen niet lukt, proberen we de ouders tijdig in te lichten;
- één groep heeft maximaal 2 dagen lesvrij, daarna is een andere groep aan de beurt (bijvoorbeeld een hogere/lagere groep);
- zodra deze noodprocedure in werking treedt, worden college van bestuur en Inspectie ingelicht;
- als leerlingen van groep 3 tot en met 8 lesvrij zijn, krijgen zij een huiswerkpakket mee naar huis. Dit kan alleen gebeuren als het ruim van tevoren bekend is.